Kaasplankjes vind ik onweerstaanbaar. Ik snap niet hoe je als kaasliefhebber in zou moeten houden. Op een feestje netjes een klein stukje in je mond steken en braaf een half uurtje wachten totdat je je hand weer richting die plank begeeft. Nee ik kan dat niet. Ik hou er teveel van. Onbeleefd en onwenselijk gedrag ga ik vertonen als ik kaas zie. Het is alsof er een soort oerkracht in mij los komt die zegt: eet nu kaas anders overleef je niet!

Maar nu de grote vraag, hoe stel je een lekker plankje samen en hoe serveer je het? Hieronder mijn 5 tips voor kaasplankje:

1. Kies minimaal 3 soorten kaas, ieder uit een andere kaasfamilie:
– geitenkazen (waar schapenkazen soms gemakshalve worden bijgevoegd), zoals een zachte chèvre
– harde en halfharde kazen, dit zijn geperste kazen zoals een oude kaas
– witschimmels, denk aan brie of camembert
– blauwaders zoals een stilton of gorgonzola
– roodbacteriekazen als een port salut

2. Houd er rekening mee dat je zo’n 100 tot 130 gram pp aan kaas serveert (behalve aan mij, ik eet meer!!)

3. Haal de kaas 2 uur voor serveren uit de koelkast zodat ze op kamertemperatuur zijn en hierdoor veel meer smaak hebben.

4. Serveer de kazen van mild naar pittig en leg bij iedere kaas een apart mesje. Dit om te voorkomen dat de verschillende schimmelculturen op de kazen komen.

5. Serveer bij de kaas neutrale crackers of brood. Ook lekker om er wat (gedroogd) fruit en noten bij te serveren. Of dips als mosterd of honing-dille.

Mijn kaasplankje bestond uit:
– Brugge Blomme
– Le petit Doruvael met fenegriek
– Moulin Blauw (geit)
– De Rotterdamse oude

Omdat iedere kaas een eigen smaak heeft zou je het liefste bij ieder stukje een aparte wijn drinken. Maar ik kan me voorstellen dat 5 flessen wijn openen wat overdreven is bij een klein gezelschap. Van Harold Hamersma kreeg ik gelukkig de briljante tip om dan voor een droge champagne te gaan. Die past overal bij. Dan kan ik rustig door met kaas eten. Proost!