Is het geen plaatje, deze charlotte van witte chocolade en frambozen? Het is dat het zo’n mega knoepert is anders was het een heerlijk nagerecht om te serveren aan je Valentijn.  Bedenk gewoon een goed excuus om dit dessert te maken want hij is zo lekker, zo mooi, zo gaaf en zo lief; dat het bijna lente is, je over een half jaar jarig bent, het vandaag niet heeft geregend of je je schoenen net als gister gewoon past. Maak deze charlotte. Hij is gewoon finger licking good!

Charlotte van witte chocolade en frambozen
Nagerecht voor 8-10 personen
– 13 g gelatine
– ½ vanillestokje
– 750 ml melk
– 4 eieren
– 80 g witte basterdsuiker
– 100 g witte chocolade, in blokjes
– 375 ml slagroom
– 175 g lange vingers
– 200 g frambozen
– 1 el poedersuiker
Extra nodig: handmixer, charlottevorm van 2 liter en een mooi lint.

1. Week de gelatine in ruim koud water. Snijd het  vanillestokje in de lengte open. Breng de melk met het vanillestokje aan de kook. Draai het vuur laag en laat de vanille 15 minuten in de warme melk trekken.
2. Scheid de eieren. Meng de dooiers met de suiker in een kommetje. Giet dit al roerende bij de warme melk. Verwarm de melk langzaam tot deze binding krijgt. Dat gebeurt wanneer het schuim wegtrekt. Laat de vla niet koken.
3. Smelt de witte chocolade Smelt de chocolade au bain-marie*.
4. Knijp de gelatine uit en los op in de iets afgekoelde vla. Haal het vanillestokje eruit. Meng er de gesmolten chocolade door en laat de vla wat verder afkoelen. Roer zo nu en dan de vla met een spatel van de kanten en de bodem zodat de vla geleidelijk dikker wordt.
5. Klop de eiwitten en de slagroom apart van elkaar stijf. Meng beide luchtig door de  gebonden vla.
6. Giet de puddingmassa voorzichtig in de, licht met zonnebloemolie ingevette, vorm. Laat minimaal 3 uur opstijven in de koelkast.
7. Keer de pudding voorzichtig op een groot bord. Zet de lange vingers er recht tegenop. Verdeel de frambozen over de bovenkant en bestrooi met wat poedersuiker. Doe het lint om de charlotte en klaar is ie!

* Zet een hittebestendige kom op een kleinere pan met een laagje water erin. Zorg ervoor dat de kom niet het water raakt. Verwarm het water tot net onder het kookpunt en laat daarna op heel laag vuur staan.