MangochatniChutney is eigenlijk een Engelse afgeleide van het Indiase woord chatni maar er zit een groot verschil tussen deze twee heerlijke bijgerechten. Bij een chutney worden de ingrediënten als fruit, suiker, azijn en specerijen gekookt waardoor het goedje lang houdbaar is. Een chatni is gemaakt van ongekookte verse ingrediënten en is daardoor minder goed blijft, max een paar dagen in de koelkast. Hoewel, dat lukt bij mij niet eens want meestal is alles op aan het einde van een maaltijd want ik ben er echt dol op. Ik eet deze mangochatni bij Indiase gerechten zoals een pittige vegacurry met rijst en veel groente. Het zoete van de kokos en mango is een heerlijk frisse tegenhanger van het pittige van de curry. En mocht je nou toch nog wat over hebben, met wat vanille-ijs serveer je een funky toetje de volgende dag.

Mangochatni
Bijgerecht voor 4 personen
– 1 mango (niet overrijp)
– 2 el gedroogde geraspte kokos
– klein handje koriander, grof gehakt
– 1 tl fijngehakte verse gemberwortel
– sap van ½ limoen

Schil de mango met een dunschiller. Snijd het vruchtvlees aan beide kanten van de pit en de rest van het vruchtvlees eraf. Snij het alles in blokjes van 2 cm en doe in een kom. Schep er de rest van de ingrediënten door en breng op smaak met snufje zout en beetje gemalen chilipeper. Als je de tijd hebt, laat de smaken een uurtje goed intrekken, dan is de chatni nog lekkerder. Serveer bij een pittige curry.

Ook lekker om te maken met ananas of watermeloen.