Omelet met zalm, avocado en waterkers thuis eten of een tosti in een middelmatig restaurant als lunch? Ja, dan kies ik liever voor het eerste. Eigenlijk bizar, dat ik steeds vaker liever zelf iets kook dan dat ik buiten de deur eet. Dat ligt misschien aan de zaken waar ik dan zit die net even een kaart hebben die mij wat minder aanspreekt en ook door mijn eigen smaakontwikkeling.

Call me a snob

Ik weet niet hoe het met jou zit maar voor mij was als kind en tiener buiten de deur eten echt iets speciaals. Iets waar ik volop van genoot en wat ik echt een beleving vond. Sinds mijn studententijd eet ik veel buiten de deur. Ontbijt, lunch, avondeten, het maakt niet uit. Altijd leuk, makkelijk en lekker. Maar na zoveel uit eten gaan gaat dat gouden randje er wel een beetje vanaf. Het is minder lekker, minder leuk en met een kind erbij ook zeker niet altijd makkelijk. Dat komt doordat je steeds kritischer wordt: is de prijs in verhouding tot de kwaliteit? Klopt de bereiding technisch? Is de service goed? Klopt het interieur bij het concept, en je gaat echt op alles letten als je veel buiten de deur eet, zijn de toiletten daarin ook meegenomen? Ik ben een kritische gast.

Kritiek versus compliment

In de horeca werken moet je met bezieling doen. Het is zwaar werk, met enorme stressmomenten en je maakt lange dagen. Het is een soort lifestyle. Ik heb daar veel respect voor, zeker na mijn stages bij restaurants, zoals bijvoorbeeld de Librije. Dus als ik kritisch ben, hou ik dat altijd mijn achterhoofd hoe hard er voor is gewerkt. En omdat ik eraan geroken heb hoe het leven is als je in de horeca werkt ben ik zeker ook iemand die oprecht complimenten geeft als ik heel erg blij word van het eten of de service. Want dat hoort er wat mij betreft ook bij.

Gewoon lekker

Ik kan enorm genieten van eten. Een goede simpele pizza die tot in de puntjes klopt en ook smaakcombinaties en bereidingen die ik nog niet kende waardoor ik heel aangenaam verrast word, die mij inspireren. Dus van low profile tot high end uit eten. Maar vaak genoeg zit ik ergens waarvan ik denk, ja prima allemaal maar ik word er niet echt warm of koud van. Ik flans dan liever thuis even wat simpels in elkaar waar ik meer van geniet. Zoals deze omelet met zalm, avocado, broccoli, hüttenkäse en pittige waterkers. Niks moeilijks aan en wel enorm lekker. Een klein beetje broccoli gaat rauw in het gerecht een geeft een fijne bite aan het geheel omdat alle andere ingrediënten vrij zacht zijn in je mond. Deze omelet met zalm zou van mij ook zo in een lunchzaak op de kaart mogen staan. Dan kom ik zeker weten daar een vorkje prikken.

Omelet met zalm, avocado en waterkers

Ontbijt of lunch voor 1 persoon
– 2 eieren
– 1 plak gerookte zalm
– 1 roosje broccoli
– 1½ el hüttenkäse
– ½ avocado
– handje waterkers (of landkers als het winter is)

  1. Verhit een koekenpan met een scheutje olijfolie. Kluts de eieren in een kommetje, eventueel met 1 el melk. Schenk het eimengsel in de pan en bak een klassieke omelet die je dubbelvouwt.
  1. Snijd het roosje broccoli in kleine roosjes. Verwijder eventueel de pit van de avocado en snijd het vruchtvlees in plakken.
  1. Beleg de omelet met de hüttenkäse en verdeel de kleine roosjes broccoli erover. leg daarop de zalm, de avocado en als laatste de waterkers. Bestrooi met peper en weinig zout (de zalm is al zout van zichzelf).