Philippine mag 2 blokjes kaas eten. Let wel een beetje op want ze wil altijd meer kaas. Dit stond er op het briefje voor de oppas toen ik een jaar of anderhalf was. Tja, ik was toen al een echte kaaskop en nu nog steeds. Jong, oud, buitenlands, beschimmeld en zelfs stinkend. Het maakt mij niet, ik lust het wel. Zo uit mijn vuistje, op een boterham of in een gerecht verwerkt. Ook daar doe ik niet moeilijk over. I love kaas!

Als het om Hollandse kaas gaat heb ik wel een beetje een vreemde tik. Ik hou heel erg van kaas combineren als ik het op brood eet maar dat is wel een precies gebeuren. Ik proef altijd eerst de kaas en dan kan ik pas goed bepalen wat ik erbij moet eten. De ene kaas is echt niet de andere. Het is lastig te omschrijven wat voor kaas nou precies met wat gecombineerd moet worden maar hierbij doe ik een poging het te omschrijven:

– Jonge, romige, beetje uit te smeren kaas vind ik lekker met mosterd en ham. Ideaal als tosti want die smelt heel goed.

– Boeren jong belegen vind ik echt wat voor in de lente. Het iets pittige past heel goed bij plakjes zoete tomaat. Dit eet ik dan heel graag in de eerste warme zon van het jaar. Dat je het gevoel hebt, het wordt lente!

– Ok, dit is een lastige. Ik zou het omschrijven als belegen kaas maar ik weet niet zo goed welke ik dan bij de kaasboer moet bestellen. Het is gewoon zo dat als ik ‘m proef ik weet dat daar ECHT aardbeienjam bij moet. Het is als tegenhanger van het zout. Die combi van hartig en zoet vind ik echt heel lekker. Deze kaas, die een beetje smeuïg is, doet het bij mij ook heel goed met pindakaas.

– Een goede oude kaas die zoutig is, maar wel nog een beetje met een kaasschaaf te schaven is, moet met roomboter en stemgember. Dit is een enorme oma combi geloof ik maar zeker eentje die ik denk ik het meest eet. Ook omdat ik een enorme gembereter ben. Ik kan snoep meestal nog een bolletje stemgember zo hoppa uit het potje. Het is zelfs zo erg met mijn gemberverslaving gesteld dat mijn moeder mij ooit een groothandelpot van 5 kilo aan mij heeft gegeven. Briljant verjaardagscadeau!

– Als laatste van die mega oude brokkelkaas die gewoon niet te schaven valt omdat je er niet doorheen komt. Die hak je met een scherp mes in flinters. Die kaas moet op brood met een laag roomboter. Of gewoon zonder brood direct in mijn mond. Mjummie!

Ok, hoop specifieke combi’s heb ik dus. Heb jij dat ook?

Nu wilde ik kaaskoekjes maken en dacht ik, die kaas moet samen met een van mijn combi’s. En dus maakte ik pindakaas-kaaskoekjes! Heel makkelijk om te maken en erg lekker. Een hartig koekje die je zo weg kunt knabbelen bij bijvoorbeeld een biertje.

Pindakaas-kaaskoekjes
Voor 16 koekjes
– 4 plakjes bladerdeeg, ontdooid
– 4 el pindakaas
– 6 el belegen kaas, geraspt
– beetje losgeklopt ei

1. Verwarm de oven voor op 200 graden. Verwijder de folie van de plakjes bladerdeeg. Leg twee plakjes iets over elkaar en druk licht aan. Doe dit ook met de andere twee plakjes bladerdeeg.
2. Besmeer de plakjes bladerdeeg met een dun laagje pindakaas. Bestrooi met de kaas. Rol de bladerdeeg vanaf de korte zijde op tot een dikke rol. Snijd met een scherp mes de rol in zo’n 8 plakjes. Leg deze op de met bakpapier beklede bakplaat en druk licht aan. Besmeer met een kwastje met losgeklopt ei.
3. Bak de hartige koekjes in het midden van de oven in zo’n 25 minuten gaar en bruin.