Tijdens mijn studententijd was ik een weekje op wintersport, en aan het einde ontmoette ik een Italiaanse jongen; Jacopo. Omdat zijn Engels niet zo goed was praatten we over koetjes en kalfjes, met handen en voeten. We hadden emailadressen uitgewisseld en eenmaal terug in Nederland mailden we wat heen en weer.
Opeens ontving ik een bericht waarin stond dat de beste jongen een ticket had geboekt en mij wilde opzoeken. Hem afwijzen vond ik ook zo sneu nu hij geld had uitgegeven, dus ik dacht, ach kom maar langs. Plots kreeg ik op dinsdag een telefoontje dat hij was geland, hij zou toch pas op donderdag komen?? Blijkbaar had hij Tuesday en Thursday door elkaar gehaald. Heel handig die taalbarrière.
Met de compleet andere verwachtingen die Jacopo had van zijn bezoek was het voor mij een heel lange week. Halverwege had ik zelfs de minuten uitgerekend die ik nog met hem door moest brengen, en dat waren er heel veel. Gelukkig bleek er op één punt een overeenkomst tussen ons te zijn; we hielden allebei van koken. Hij heeft mij toen geleerd om een geweldige pastasaus te maken: Puttanesca.
Verhit de olijfolie in een braadpan en smelt hierin de ansjovis. Voeg de ui toe en stoof deze in een minuut of 8 gaar. Doe de knoflook erbij en bak deze even mee. Daarna de tomaten uit blik en tomatenpuree samen met laurierblad, rode peper, zout, suiker en rode wijn in de pan toevoegen. Laat dit 40 minuten zachtjes pruttelen. Als de saus nog wat zuur smaakt, voeg dan nog beetje suiker toe. Serveer met spaghetti en krokant gebakken stukjes brood in olijfolie met peper, zout, knoflook en tijm.
– 4 el olijfolie
– 4 ansjovisfilets
– 1 witte ui, gesnipperd
– 3 tenen knoflook, in kleine stukjes gesneden
– 2 blikken tomatenblokjes, 400 gr
– 1 klein blikje tomatenpuree
– 3 laurierbladen
– 1 rode peper, in kleine stukjes gesneden
– Flinke snuf zeezout
– 1 el suiker
– scheut rode wijn
Dit is genoeg saus voor 4 personen. Vaak wordt Puttanesca ook gegeten met zwarte olijven, kappertjes en bladpeterselie er nog door.
Laat een reactie achter