Appeltaart bakken is niet moeilijk maar je hebt er wel even wat tijd voor nodig omdat je zowel een vulling maakt als deeg. En dat deeg maken is bij mij thuis een klusje waar ik zeker een uur daarna nog zoet ben met opruimen omdat meneertje B dol is met helpen. Lees: met bloem in de rondte strooien. Toen ik in het kookboek Snelle klassiekers met een twist een recept zag staan voor een snelle appeltaart met een bladerdeegkorst dacht ik meteen: dat is wat voor mij. Wel het plezier van samen appeltaart bakken maar niet een compleet ontplofte keuken. Ideaal!
Samen met mijn zoontje ging ik aan de slag en met heel veel plezier en in korte tijd hadden we zowel een heerlijk geurend huis en een opgeruimde keuken. Het was namelijk super easy om deze snelle appeltaart te maken omdat je eigenlijk alleen de vulling zelf maakt waardoor hij snel in de oven staat. En mijn grootste voordeel: de enorme bloemontploffing bleef uit.
Snel bakken
Zoals je kan zien op de foto kon de taart misschien zelfs nog wat sneller uit de oven want de bovenkant is op het laatst toch wat hard gegaan. Ik heb daarom de oventijd met 5 minuten speling nu in het recept gezet. Check zelf dus even aan het einde van de baktijd hoe de bovenkant eruit ziet zodat ie net iets minder donker wordt als die van mij. Mocht dat nou toch gebeuren dan kan je er wat poedersuiker overheen strooien om het te maskeren. Deze tip bedacht ik dus tijdens het schrijven van deze blog en toen was de taart al op de foto gezet en opgegeten.
Snel opeten
Omdat de korst van bladerdeeg is gemaakt is heb je een heerlijk knapperige korst. Wel is de taart het lekkerst als je ‘m snel opeet, het liefst nog dezelfde dag. Bladerdeeg wordt namelijk wat zacht na een tijdje. Brenda geeft als tip om de appeltaart in een afgesloten plastic zak buiten de koelkast te bewaren zodat de korst zo knapperig mogelijk blijft. Nu was de appeltaart zo lekker dat ie binnen no time op was.
Snelle appeltaart
Voor 6-8 punten
– boter om in te vetten
– 7 plakjes bladerdeeg
– 6 zoetzure appels, bijvoorbeeld Elstar
– 60 g rozijnen
– 1½ el kaneel
– 3 el suiker
– sap van ¼ citroen
– 2 el custardpoeder
– 40 g geschaafde amandelen
– 1 eidooier, losgeklopt
Extra nodig:
– springvorm van 20 cm doorsnede
– bakpapier
– kwastje
- Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet de springvorm in met boter, bekleed de bodem met bakpapier en vet het bakpapier nog licht in.
- Leg de plakjes bladerdeeg met het plasticje naar beneden op een snijplank en laat ontdooien.
- Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd in blokjes van 1 cm. Doe de appelblokjes in een grote kom en meng er de rozijnen, kaneel, 2½ el suiker, citroensap, custardpoeder en geschaafde amandelen doorheen.
- Verwijder de plasticjes van het bladerdeeg en bekleed de bodem en zijkant van de springvorm met 5 plakjes bladerdeeg.
- Schep het appelmengsel in de springvorm en druk licht aan.
- Plak de overige 2 plakjes bladerdeeg aan elkaar en snijd dunne repen van 1cm breed. Leg de repen met wat ruimte ertussen in een ruitvorm op de appeltaart.
- Bestrijk de repen bladerdeeg met wat eigeel met behulp van een kwastje en bestrooi met de overige suiker.
- Bak de appeltaart in het midden van de oven in 40-45 minuten goudbruin en knapperig.
- Laat de taart 15 minuten afkoelen voordat je de rand van de springvorm verwijdert. Laat daarna nog eens 30 minuten verder afkoelen voordat je ‘m aansnijdt. Lekker om er een bolletje vanille-ijs bij te serveren.
PS. de foto is niet zo heel mooi geworden omdat het al bijna donker was… maar de taart was wel echt heel lekker hoor!
Laat een reactie achter