Koekjes gebruik ik vaak in toetjes: lange vingers in de tiramisu, bitterkoekjes door de pudding of bostognekoeken als bodem voor een taart. Niet alleen zijn koekjes leuk voor de versiering maar ook reuze lekker en makkelijk om een toetje flink te pimpen. Deze peertjes met kaneel en noten zijn echt een verwennerij in de herfst, en met de stroopwafelreepjes is het feestje compleet (voor meneer koekepeer).

Nagerecht, voor 4 personen
– 4 peren, niet te rijp
– 30 g walnoten
– 1 theelepel kaneel
– 3 eetlepels honing
– 20 g boter
– 2 stroopwafels

Verwarm de oven voor op 200 °C. Schil de peer met een dunschiller, snijd in de lengte door en verwijder met een mesje het klokhuis. Er ontstaat een kuiltje op de plek waar het klokhuis heeft gezeten. Leg de peren in een ovenschaal en kruimel de walnoten in het kuiltje. Strooi de kaneel erover en verdeel de honing. Snijd de boter in kleine blokjes en leg op de peren.
Zet de schaal in het midden van de oven en bak de peren in 15 minuten zacht. Haal de peren uit de oven en schep met een grote lepel op bordjes. Schep met een lepel de achtergebleven saus uit de ovenschaal en verdeel over de peren. Snijd de stroopwafels in dunne repen en leg op de peren. Lekker erbij: bolletje vanille-ijs.

In plaats van peren kan je ook appels nemen. Deze moeten 5 minuten langer in de oven om te garen.
Ook lekker met hazelnoten, amandelen of wat rozijnen.