Wodka, daar heb ik echt een haat-liefde verhouding mee. Haat: als tiener van 16 heb ik mij flink lens gezopen aan dit heftige destillaat. Wanneer de alcoholwalm mijn neusgaten in sjeest, zie ik in een fractie van een seconde de hele kamer weer bewegen. Een sterke flashback zullen we maar zeggen.
Liefde: deze drank is vrij neutraal waardoor het een perfecte basis is om aroma’s toe te voegen. En dus kan ik naar hartenlust experimenteren om de drank zo te maken als ik ‘m het lekkerst vind: met rabarber en vanille. Zo’n mooi roze drankje doet mijn relatie met de wodka veel goeds, love it!

Rabarberwodka
Genoeg voor 6 shotjes

– 2 flinke rabarberstengels, in dunne plakjes
– 75 g suiker
– 1 cm verse gemberwortel, fijngesneden
– ¼ vanillestokje, opengesneden
– 200 ml wodka

Verwarm de rabarber samen met de suiker, gember en vanillestokje in een kleine pan en laat 10 minuten zachtjes koken met het deksel erop. Giet het rabarbermengsel door een zeef boven een kom. Druk met een lepel het overtollige vocht eruit. Schraap de zaadjes uit het vanillestokje en voeg toe bij het roze vocht en laat dit afkoelen. Voeg de wodka toe en schenk de rabarberwodka over in een schone fles. Serveer lekker koud en dan: Time to party!

De rabarberwodka wordt nog lekkerder als je deze 2 weken in de koelkast wegzet. Dan ontwikkelen de smaken zich nog beter.