Afgelopen najaar was ik op reis in het door China bezette Tibet. Daar wordt verbijsterend veel yakboterthee gedronken, gemiddeld wel 40 kopjes per dag. Deze thee wordt gemaakt van ranzige yakboter en kokend water en op smaak gebracht met veel zout. Je snapt het al, dit warme goedje is niet het meest smakelijke. En aan zo’n drankje moet je helemaal niet denken als je ‘s ochtends nog boven het toilet hebt gehangen omdat je heel misselijk bent van de hoogteziekte. Lhasa ligt namelijk op 3650 meter. Op deze hoogte zou dit brouwsel goed zijn tegen het gure klimaat en de vochtigheidsbehoefte.

In de middag bezocht ik in Lhasa het oude zomerpaleis van de Dalai lama waar ik in contact kwam met een prachtig uitziend ouder Tibetaans echtpaar, zie foto. Ik gaf hen Hollandse porseleinen klompjes. Zij nodigden mij als dank uit voor een drankje. En ja hoor, ik mocht aan die stinkende, zoute thee. Denk hierbij aan hele vette champignonsoep die al acht dagen in de zon heeft gestaan. Jakkes. Na ieder nipje die ik nam werd mijn glaasje meteen bijgeschonken. Het is in Tibet namelijk heel onbeleefd om je gast met een leeg glas te laten zitten. Koud laten worden was ook geen optie omdat er dan allemaal klonten in komen wat het nog onsmakelijker maakt. Na dertig minuten nipjes te hebben genomen was ik toe aan frisse lucht en heb ik al mijn moed verzameld om het glas in één keer leeg te drinken. De twee uur daarna kwam die troep steeds weer omhoog. Dankzij heel veel kauwgommetjes heb ik de extreem ranzige smaak toch nog een beetje kunnen onderdrukken en wegslikken.

In de avond was mijn buik eindelijk weer tot rust gekomen. Ik besloot niet voor nog meer Tibetaans eten te gaan dat vaak bestaat uit verschillende onderdelen van een yak. Ik ging voor safe en ben een Chinees restaurant ingelopen. Op de grond lagen overal etensresten van de vorige gasten en in een hoek zaten een groep mannen die extreem aan het slurpen waren en op de grond spuugden. Ik probeerde mij op de kaart te concentreren om een paar gerechten met groente te vinden. Deze bleken geweldig! Heerlijke lichte soep met paksoi, gewokte bamboescheuten en ei met tomaat. Daar kikkerde ik weer flink van op.

Ondanks dat ik het verschrikkelijk vind hoe Chinezen met Tibetanen omgaan ben ik erachter gekomen dat mijn smaakpapillen dichter bij hen staan. Maar mijn hart zijn ze kwijt aan de prachtige, lieve en gastvrije inwoners van Tibet.